Een feeder-beschermingsrelais is een apparaat dat is ontworpen om elektrische voeders te beschermen tegen storingen en abnormale omstandigheden in elektriciteitsdistributiesystemen.Hier zijn de belangrijkste kenmerken en functies:
1. Foutdetectie en isolatie
Overstromingsbescherming: detecteert overmatige stroom en sluit de voeder af om schade te voorkomen.
Ground Fault Protection: Identificeert grondfouten en isoleert het getroffen gedeelte om de veiligheid te garanderen.
2Geavanceerde beschermingsfuncties
Differentiële bescherming: controleert het verschil tussen inkomende en uitgaande stroom om interne storingen op te sporen.
Afstandsbescherming: meet de impedantie om storingen te identificeren op basis van de afstand van de relais.
3. Hervergrendelen en automatisch opnieuw instellen
Automatische hervergrendeling: kan automatisch proberen het circuit te hervergrendelen na het oplossen van een tijdelijke fout.
Aanpasbare instellingen: Configureerbare tijdvertragingen en hervergrendelingspogingen om aan de behoeften van het systeem te voldoen.
4. Monitoring en diagnose
Statusindicatoren: voorzien van visuele en/of digitale indicatoren voor de bedrijfsstatus en de storingsomstandigheden.
Eventlogging: Registratie van storingsgebeurtenissen, alarmen en operationele gegevens voor analyse en probleemoplossing.
5Communicatie en integratie
SCADA-integratie: Interfaces met SCADA-systemen voor afstandsbewaking en -besturing.
Communicatieprotocollen: ondersteunt protocollen zoals IEC 61850, Modbus of DNP3 voor gegevensuitwisseling.
6. Gebruikersinterface
Display en besturing: beschikt over een LCD-scherm en knoppen voor configuratie en monitoring.
Configuratiesoftware: maakt gedetailleerde configuratie en analyse mogelijk via speciale software.
7. Beschermingsinstellingen
Aanpasbare instellingen: stelt verschillende beschermingsparameters in, zoals tijd, huidige drempels en foutkenmerken.
Coördinatie: zorgt voor een goede coördinatie met de beschermingsinrichtingen voor en na de installatie om onnodige storingen te voorkomen.
8. Naleving en normen
Industriestandaarden: Voldoet aan de normen voor veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid in elektrische bescherming.
Toepassingen
Distributienetwerken: beschermt voedingsmiddelen in elektriciteitsdistributienetwerken.
Industriële systemen: beveiliging van voeders in industriële installaties en fabrieken.
Voor specifieke installatie- en configuratiegegevens raadpleeg de handleiding van de fabrikant of raadpleeg een technisch deskundige.
1. Foutdetectie
Overstromingsbescherming: detecteert wanneer de stroom de vooraf ingestelde limieten overschrijdt en activeert de ontkoppeling om schade te voorkomen.
Ground Fault Detection: Identificeert grondfouten en sluit het getroffen gedeelte af om personeel en apparatuur te beschermen.
Differentiële bescherming: controleert het verschil tussen inkomende en uitgaande stroom om interne storingen in de voedingsbron op te sporen.
2. Beschermingsinstellingen en -configuraties
Aanpasbare drempelwaarden: instellingsmogelijkheden voor stroom, tijdsvertragingen en foutkenmerken om aan de systeemvereisten te voldoen.
Meerdere beschermingsfuncties: Combineert verschillende beschermingssystemen (bijv. overstromingen, onderstromingen en thermische overbelastingen) in één apparaat.
3. Hervergrendelen en automatisch opnieuw instellen
Automatische hervergrendeling: in staat om automatisch opnieuw te proberen het circuit te sluiten na het oplossen van een storing, met instelbare tijdvertragingen.
Reclose-pogingen: Configureerbaar aantal reclose-pogingen om effectief te kunnen omgaan met voorbijgaande storingen.
4Geavanceerde monitoring en diagnose
Eventlogging: Registreert gedetailleerde informatie over storingsgebeurtenissen, alarmen en systeemoperaties voor analyse en probleemoplossing.
Statusindicatoren: visuele (LED's) en digitale (display) indicatoren voor real-time status en storingsomstandigheden.
5Communicatie en integratie
SCADA-integratie: Interfaces met SCADA-systemen voor afstandsbewaking, -besturing en gegevensopname.
Communicatieprotocollen: ondersteunt industriestandaardprotocollen zoals IEC 61850, Modbus of DNP3 voor gegevensuitwisseling en -integratie.
6. Gebruikersinterface
LCD-scherm: biedt een duidelijke visuele interface voor configuratie, statusmonitoring en foutdiagnostiek.
Besturingsknoppen: kan handmatig worden bediend en direct op de relais worden ingesteld.
Configuratiesoftware: biedt een gebruiksvriendelijke software-interface voor gedetailleerde configuratie en analyse.
7Coördinatie van de bescherming
Selektieve coördinatie: zorgt voor een goede coördinatie met de beveiligingsapparatuur voor en na de installatie om storingen met minimale storingen te isoleren.
Tijdstroomkenmerken: aanpasbare tijdstroomcurven voor verschillende beschermingsfuncties om de coördinatie te optimaliseren.
8Test en kalibratie
Zelfdiagnostiek: ingebouwde diagnostiek om de gezondheid van de relais te controleren en een goede werking te garanderen.
Testmogelijkheden: faciliteert het testen en kalibreren van beschermingsinstellingen om de functionaliteit en nauwkeurigheid te verifiëren.
9Betrouwbaarheid en robuustheid
Duurzaam ontwerp: Ontworpen om te kunnen weerstaan aan harde omgevingsomstandigheden en elektrische spanningen.
Redundantiefuncties: Sommige modellen bieden redundantie- of back-upfuncties om de betrouwbaarheid te verbeteren.
10. Naleving en veiligheid
Normennaleving: Voldoet aan de relevante industrienormen en -voorschriften voor veiligheid, prestaties en betrouwbaarheid.
Uw bericht moet tussen de 20-3.000 tekens bevatten!
